Keizerlijk bezoek
door Henny Molhuysen
In 1810 bracht Napoleon een bezoek aan de stad. Deze gebeurtenis is in beeldhouwwerk weergegeven op een van de pilaren van de Wilhelminabrug. Foto: Felix Janssens
Hoogbezoek heeft 's-Hertogenbosch dikwijls gehad. Recentelijk herinneren we ons nog het bezoek van de paus en de prins van Wales, maar ook Napoleon bezocht de stad.
In 1810 ging Noord-Brabant deel uitmaken van het Franse Keizerrijk en op 8 mei van dat jaar bracht de keizer, vergezeld van de keizerin en een gevolg van vijftig personen, een bezoek aan de Hertogstad. De volgende dag werd een Bossche delegatie onder leiding van burgemeester Van Berckel in audiëntie ontvangen in het paleis aan de Verwersstraat.
De Bossche delegatie bracht enige punten naar voren die met Napoleon stuk voor stuk werden doorgenomen. Vooral stond bij het gemeentebestuur het economisch belang van 's-Hertogenbosch voorop; een sterke stimulering van de handel was voor de stad van levensbelang.
De stad had een halve eeuw tevoren uit eigen middelen al een stenen weg aangelegd in de richting Luik, doch bij Best waren de werkzaamheden wegens geldgebrek opgehouden. Het stadsbestuur wilde de weg nu laten doortrekken tot Luik.
Eveneens wenste het bestuur verharde wegen naar Antwerpen (via Breda) en naar Nijmegen. Een uitbreiding van de waterwegen werd eveneens op prijs gesteld. Nu Napoleon een Canal du Nord wilde aanleggen (van Parijs naar het Roergebied) wilde men daar een aansluiting op hebben. Er zou vanuit 's-Hertogenbosch een kanaal in zuidelijke richting moeten worden gegraven. Ten slotte zou de Bossche handel kunnen worden gestimuleerd door de in- en uitvoerrechten naar het Koninkrijk Holland (waarvan 's-Hertogenbosch geen deel uitmaakte: het behoorde immers tot het keizerrijk!) te verlagen. De Bossche geestelijkheid stond niet welwillend tegenover de nieuwe machthebbers. Vicaris Van Alphen die tijdens de missen voor Franse soldaten weigerde te zingen 'Domine, salvum fac imperatorem', was reeds gevangen genomen en op transport naar Frankrijk gezet. Toen een Bossche deputatie tijdens dit bezoek aan de stad aan Napoleon om teruggave van de Sint-Jan in katholieke handen verzocht, antwoordde de keizer (vertaald): „Gij zult de Grote Kerk krijgen en een bisschop bovendien.” Maar dat was ook niet de bedoeling van de Bosschenaren: een door de keizer en niet door de paus benoemde bisschop!
Geen wonder dat de katholieken met dit besluit in hun maag zaten. De teruggave van de Sint-Jan werd pas geregeld in 1816, toen koning Willem I op 11 december in Brussel een Koninklijk Besluit tekende, warbij deze overgang werd geregeld.
| |
Brabants Dagblad donderdag 5 juli 1990